Ik zal vermoedelijk niet de enige Wassenaarder zijn die zo nu en dan met opgetrokken wenkbrauwen de berichten in deze krant leest over de harde woorden die er soms door leden van de gemeenteraad en het college van B en W worden gesproken. De wellevendheid lijkt dan ver te zoeken.
In de vorige aflevering kwam de tolheffing aan de orde. De tolgaarders waren in dienst van de Commissie van de Straatweg. Ze woonden gratis in het tolhuis en verdienden daarnaast 300 gulden per jaar, meer dan een Wassenaarse veldwachter. Dat beviel blijkbaar goed.
Deel 1 van dit verhaal eindigde met de constatering dat de tolheffing zo snel mogelijk moest starten.
Zo’n krantenkop is waarschijnlijk even schrikken voor de argeloze Wassenaarse automobilist. Gelukkig gaat het hier over de situatie ruim twee eeuwen geleden. Van een straat was toen geen sprake. De rijweg van Den Haag via Den Deijl en het Haagse Schouw naar Haarlem was vanaf de brug bij Huis ten Bosch een erg moeilijk begaanbare zandweg.
In zijn woning in de Schoolstraat overleed op 9 juni 1848 de 64-jarige Fredrik van der Veen. Hij was jarenlang hoofd van de openbare school te Wassenaar (Schoolstraat 9). De gemeente zette een procedure in gang om de ontstane vacature te vervullen. Om de beste kandidaat te selecteren organiseerde men een vergelijkend examen.
Onlangs werd mij via mijn computer verzocht een vragenlijst in te vullen waardoor duidelijk werd hoe ik over het samenvoegen van ons fraaie dorp met een andere gemeente denk. Ik vroeg mij af of dit de eerste keer is dat men op dat idee gekomen is. Na enig zoeken vond ik een antwoord op deze vraag zoals uit de rest van dit artikel zal blijken.
In Het Volk, dagblad voor de arbeiderspartij van 29 januari 1934 vond ik een artikel onder de kop: Overtreding der Zegelwet. Na enig zoeken werd het me duidelijk dat het van 1917 tot 1972 gebruikelijk was om kwitanties boven de 10 gulden van een fiscaal zegel te voorzien.
In 1893 werd in verband met het toezicht op de veiligheid van producten de Keuringsdienst van Waren opgericht. In 2002 werd deze taak overgenomen door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Hoe zou dit vóór 1893 geregeld zijn?
Op 28 december 1819 was de Notificatie over het sluitingsuur van schout en gemeenteraad van Wassenaar en Zuijdwijk van kracht geworden. Om 10 uur ‘s avonds moesten herbergen en tapperijen sluiten. Iedereen was hiervan op de hoogte gesteld. Maar ... binnen veertien dagen was het al mis, zo blijkt uit een proces-verbaal. “Op heden den negenden Januarij agttienhondert twintig, des avonds omstreeks half elf uren hebben wij ondergetekenden Jasper van Leeuwen en Augustinus Erbe, beide veldwagters te Wassenaar ons bevonden ten huize van Aart de Hees, tapper in de herberg De Koornbloem binnen den dorpe van Wassenaar getekend met No. 175”
Er waren in 1818 ernstige klachten over de overlast bij sommige Wassenaarse tapperijen en herbergen, die ‘s avonds veel te lang open waren, zelfs tot in de nacht. Dit was bovendien een slecht voorbeeld voor de ‘jongemannen’. Daarom besloten schout en gemeenteraad van Wassenaar en Zuijdwijk hier iets aan te gaan doen. Ze konden hierbij steunen op een besluit van zijne Majesteit (koning Willem I) van 23 oktober 1818.
Iedere laatste zaterdag van de maand (behalve in de zomermaanden) is het Historisch Informatie Punt (HIP) in de Bibliotheek aan de Langstraat geopend. Tussen 11.00 en 16.00 kunt u hier terecht met vragen en opmerkingen over de geschiedenis van Wassenaar.
Op de bres staan voor de cultuurhistorie van Wassenaar, dat is wat de vereniging wil. Dat doet zij o.a. door het bevorderen van de lokale monumentenzorg, het organiseren van lezingen, cursussen, excursies en tentoonstellingen en het uitgeven van publicaties.
Secretaris M.F.J. Spierings - info@oudwassenaer.nl